Begroting 2021

Home

Algemeen

Algemeen

Bij het opstellen van de programmabegroting 2021 is rekening gehouden met het vastgesteld gemeentelijk financieel kader en het toetsingskader van de toezichthouder.

Gemeentelijke financiële notities en verordeningen

Naast de geldende wet- en regelgeving is bij het opstelling van de begroting rekening gehouden met de verordeningen van de gemeente Koggenland, waaronder de financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet) en de notitie reserves en voorzieningen.

Besluitvorming

De besluiten die gemeenteraad tot en met juli 2020 heeft genomen zijn verwerkt in de begroting.

Prijsstijging goederen/diensten

Bij het ramen van bestaand beleid zijn de volgende uitgangspunten in acht genomen:

  • er is uitgegaan van het prijsniveau van 2020
  • de autonome ontwikkelingen zijn indien van toepassing meegenomen in de ramingen
  • het loon- en prijspeil in de meerjarenraming is gelijk aan het loon- en prijspeil van het begrotingsjaar 2021
  • de algemene uitkering vanuit het gemeentefonds is berekend met een constant loon- en prijsniveau. Dit betekent dat de meerjaren loon- en prijsstijgingen bij de raming van de algemene uitkering buiten beschouwing worden gelaten. Daarnaast is rekening gehouden met de actuele aantallen ten aanzien van areaaluitbreiding en andere specifieke ontwikkelingen
  • gemeentelijke subsidies zijn niet geïndexeerd
  • de uitgangspunten voor de grondexploitatie worden toegelicht in de paragraaf grondbeleid

De financiële ontwikkelingen die een gevolg zijn van een wijziging in o.a. het aantal inwoners, woningen, bijstandsgerechtigden etc. zijn bij het berekenen van de algemene uitkering in de begroting opgenomen.

 

Begrotingsjaar

Aantallen

2021

2022

2023

2024

Inwoners*

23.077

23.211

23.345

23.479

Woningen**

9.551

9.641

9.731

9.821

Bijstandsontvangers***

207

207

207

207

Loonkostensubsidies***

30

30

30

30

 
* toename aantal woningen vermenigvuldigd met de gemiddelde woningbezetting
** uitbreiding aantal woningen in bouwgrondexploitaties
*** conform rapportages Werksaam Westfriesland

Onvoorziene uitgaven

Volgens artikel 8 BBV is het verplicht een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Dit mag voor de gehele begroting of per programma. We kiezen er vanwege de overzichtelijkheid voor om dit niet per programma te doen maar één bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen voor de gehele begroting. Voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks een bedrag van € 45.000 opgenomen in de begroting.

Investeringen, rente en afschrijving

  • De kosten van onderzoek en ontwikkeling van een actief en het saldo van de agio en disagio worden niet geactiveerd en komen ten laste c.q. ten bate van de exploitatie.
  • De kosten van het afsluiten van geldleningen en de kosten in verband met het vervroegd aflossen van geldleningen worden niet geactiveerd en komen ten laste van de exploitatie.
  • Materiële en immateriële vaste activa wordt lineair afgeschreven in maximaal de termijnen zoals deze zijn opgenomen in bijlage 1 van de financiële verordening.
  • Activa met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs van maximaal € 25.000 worden niet geactiveerd, behoudens als het gronden of terreinen betreft. Deze worden altijd geactiveerd, ongeacht de waarde.
  • Op activa van gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
  • Investeringen met een maatschappelijk nut, maar waarvan dit nut zich over minder dan drie jaar uitstrekt, worden niet geactiveerd.
  • Op een te activeren activum wordt geen rekening gehouden met een restwaarde.
  • Rente op de investeringen wordt berekend op basis van het rente-omslagpercentage. Het omslag percentage wordt berekend door de betaalde rente op geldleningen uit te drukken in een percentage van de totale waarde van de vaste activa. In 2021 is de omslagrente 0,13%.

Personeelskosten

De loonkosten van het gemeentelijk personeel zijn op basis van de formatie die is toegekend berekend per 1 januari 2021. Voor loonkosten van de organisatie per 1 januari 2021 is rekening gehouden met de financiële gevolgen voor de nieuwe Cao Gemeenten verwacht per 1 januari 2021;

  • Een stijging van de salarissen met 2%;
  • Een stijging van de pensioenpremies met 0,5%;
  • Uitbreiding formatie als gevolg van de effecten van de zomernotitie 2020;
  • Uitbreiding formatie op basis van kadernota 2021 met noodzakelijke uitbreidingen voor de organisatie;
  • Een flexibele schil om te anticiperen op pensionering en moeilijk vervulbare functies.

Bijdrage gemeenschappelijke regeling

Voor de indexatie van de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen worden de uitgangspunten van de Regietafel Gemeenschappelijke Regelingen Noord-Holland Noord gevolgd. Conform deze uitgangspunten wordt voor de loonontwikkeling 2,6% en voor de prijsontwikkeling 1,7% gehanteerd. Conform de verhouding van loon- en prijsgevoelige elementen (70/30) worden de bijdragen met 2,3% geïndexeerd.

Inkomsten (diensten, belastingen en heffingen)

  • De tarieven voor diensten, gemeentelijke belastingen en heffingen worden in elk geval gecorrigeerd met de in de meicirculaire van het Gemeentefonds genoemde prijsontwikkelingen.
  • Bij de gemeentelijke heffingen is 100% kostendekkendheid het uitgangspunt.

Woningbedrijf

Bij het Woningbedrijf wordt uitgegaan van een inflatie- volgende huurstijging. Daarnaast is het raadsbesluit van 17 juni 2019 inzake visie en ontwikkeling cluster vastgoed met de bijbehorende vierjarenprognose verwerkt in deze begroting.

Deze pagina is gebouwd op 03/08/2021 15:28:08 met de export van 03/08/2021 15:13:53